15 December 2005

Maar vandaag gebeurt er niets



Het duister van de verdwijnende nacht verleidt me niet echt om uit bed te gaan. Maar daar heb ik toch één groot probleem: hoe pak ik mijn schootcomputer om mijn avonturen op te schrijven? Het ding ligt een verdieping lager, langs een ongeverfde trap en een kille gang. De voordeur hangt uit zijn voegen, dus de kou die we buiten moeten sluiten komt bij mij op visite, alsof ik een bekende ben van deze vreemde stille gast.
Ik probeer altijd gastvrij te zijn, daar niet van, het is gewoon dat ik het liefste selectief ben wat mijn bezoek betreft.
De trap kraakt, er is te zacht hout gebruikt bij het maken ervan en de trap heeft al veel wisselingen gehad van koude winters naar droge zomers. De vorige bewoner had een warm hart en bekleedde de trap met een warm tapijt dat het kraken drukte, maar mij kan die klotetrap geen reet schelen. Wat mij betreft zak ik er dwars doorheen.
Als ik besluit mijn schootcomputer te gaan halen kan ik ook een omweg maken door mijn keuken; die is altijd warm. Ook wanneer ik de buitendeur zo wijd opengooi als het kan blijft het er warm. Wanneer ik iets kook doe ik dat tijdens het zweten. Het is een verstikkende ruimte, maar een goede tegenhanger van de gang. Ze spannen samen, de gang en keuken. De vorige eigenaar was een stuk beter voor ze.
Dit is mijn tweede gestrande dag. Ik mis het reizen door het vacuüm. Ik mis het bladerende boek op Venus, terwijl ik daar met mijn ogen dicht lig te genieten van de vochtige bries langs mijn ruimtepak.