16 December 2005

Ik keek even uit het raam




De trap ziet er steil uit vandaag. Ik loop niet naar beneden, besluit ik.
De tuin is aan de winter toe. Ik zie weer de takken die het hele jaar verscholen waren en de chaos daarvan. Mijn gras moet worden gemaaid en de bladeren opgeveegd en in de grote groene vuilcontainer worden gegooid. Ik zweet, veeg mijn handen af aan mijn pyjama.

Ik neurie terwijl de trap kraakt, de trap kraakt harder, ik neurie mee. De vloer van de gang dringt door mijn sokken en verhardt mijn voeten. Hak, teen, hak, teen. Er ligt een stapel post. Buiten schijnt de zon alweer.
Een splinter in mijn hiel.